De Telegraaf 17-11-’07 • Jean-Paul Heck, foto: Nelson ‘Speed’ Andrade





Izaline Calister: koningin van Curaçao

CURAÇAO/ARUBA IzaIine Calister is de koningin van Curaçao. Ze draagt geen kroontje en is niet van adel, maar met haar zelfgeschreven songs weet ze het gevoel van de echte Curaçaoenaar perfect te verwoorden. De in Groningen woonachtige ster werd er in 2001 tot ‘Tumba-koningin’ gekroond. De hoogst haalbare muzikale titel op de Antillen. Haar in het ‘Papiaments’ gezongen repertoire raakt de authentieke bevolking in het hart. In het Uur van de Wolf wordt morgen de documentaire ‘Lady Sings the Tambú’ uitgezonden.

De Telegraaf reisde exclusief met de zangeres mee, toen ze onlangs ‘haar’ Curaçao en Aruba bezocht.

De reis begint bij Poentje Castro. Volgens Hollandse normen een schertsfiguur. Zij n haar heeft een eng peroxidekleurtje en diens belachelijke Harley Davidsonbril geeft hem het aangezicht van een reuzenvlieg. Poentje had popster willen worden, maar heeft het tot topinterviewer van ‘Tele Aruba’ geschopt. In zijn praatprogramma ‘Un Dia Den Bida…’ is vandaag Izaline Calister te gast. Het is de eerste officiële dag van haar bezoek aan Aruba. Calister geeft in haarzuiver ‘Papiaments’ antwoord op de wat onnozele vragen. Met haar natuurlijke charme en charisma spat ze van de grote beeldschermen die in de studio staan opgesteld. ‘Ik was iemand die thuis altijd jongensachtige dingen deed. Als ik nu naar mezelf kijk,heb ik het beste van Curaçao meegenomen en dat gecombineerd met de goede eigenschappen van Nederland.

Op tijd zijn, je belofte nakomen en minder emotioneel reageren. Wat niet Nederlands aan mij is? De afstandelijkheid die ik herken bij veel mensen en hun enorme competitiedrang. ‘Poentje kijkt tevreden. Hij heeft de scoop van het jaar. Een paar uurtjes later blijkt in het prachtige theatertje ‘Cas di Cultura’ van Oranjestad dat de zangeres op eigen gebied sowieso van weinig mensen coneurrentie heeft te duchten. De bijna volledig door authentieke Arubanen gevulde zaal zingt, klapt en lacht vreselijk hard om de kwinkslagen en anekdotes die zij oplepelt. Zelfs de Nederlandse verzekeraar Jan Kaan, die net met zijn gezin naar het eiland is geëmigreerd, danst zijn heupen los. ‘In Nederland had ik nog nooit van haar gehoord, maar hier kun je niet om haar heen’, zegt hij met enige trots. Toch tellen voor de zangeres de optredens op thuisgrond Curaçao zwaarder. ‘Daar moet het gaan gebeuren’, kraait ze een dag voor het vertrek.

Emoties

Curaçao blijkt in de ban van de in Groningen woonachtige ster. Zowel de Nederlandstalige avondkrant ‘Amigoe’ als de ‘La Prensa’ kopt dat ‘de heldin van het eiland’ in aantocht is.

Tijdens het eerste coneert zingt ze voor de eerste keer in het bijzijn van haar vader Thomas en moeder Trees het liedje ‘Nada Den Mi Man’, dat expliciet gaat over het moment dat haar echte moeder overleed en pa-lief in zijn eentje de kinderen moest opvoeden. De emoties zijn zichtbaar en het publiek ontvangt de persoonlijke handreiking met een ovationeel applaus. 1200 fans hebben de avond van hun leven.

Een dag later is het decor totaal anders. Op het plein voor het Curacaosch Museum hebben zich 1500 mensen van allerlei pluimage al uren voor aanvang verzameld. De sfeer is uitgelaten. De oudjes en de kinderen van Curaçao zitten vooraan op stoelen. Rondom veel jeugd en tieners, die elk liedje woord voor woord meezingen. Terwijl Willem de Zwijger vanaf zijn sokkel toekijkt, observeert Thomas Calister zijn dochter. ‘Ze deed het heel goed’, zal hij na afloop erkennen. De 76-jarige bouwkundig tekenaar, die in Nederland studeerde en er vijf jaar werkte, is apetrots op zijn dochter en zijn drummende zoon Roël, die ook in de band speelt. ‘De wens van iedere Curaçaose vader en moeder is dat hun kinderen ooit nog terugkeren naar Curaçao. Toen Izaline na haar studie bedrijfskunde aangaf om zangeres te worden, zag ik dat niet zitten. Maar nu kent heel Curaçao haar en geeft ze de mensen kracht. Meer kun je toch niet van je kind verwachten.